Het politieke debat in Nederland gaat in aanloop naar de verkiezingen o.a. over de bestrijding van de werkeloosheid. Een half miljoen mensen zoeken een baan. Investeren is het adagium bij de meeste partijen. Dat betekent meer goederen, terwijl de consumptie als zorgt voor milieubelasting, overbodige luxe en obesitas. Meer vakantiereizen. Meer kantoren, die al leeg staan. Meer vervanging van wat nog niet versleten is. Ook meer export. Naar China? Daar maken ze zelf alles al. Naar Griekenland, dat betaalt met ons geld dat we al exporteerden. Maar los van deze retorische opmerkingen doemt er een veel groter vraagstuk aan de horizon op inzake werkeloosheid.
De werkeloosheid in Nederland betreft volgens de officiële cijfers circa 500.000 mensen. Hiertoe rekent men mensen die op de arbeidsmarkt
komen, maar geen werk kunnen vinden en zij, die hun baan verloren. Het eigenlijke sociale probleem is, dat dit getal veel hoger ligt: rond 4 miljoen. Dat is het vraagstuk, waarmee de politiek zich in eerste instantie zou moeten bezighouden.
Nederland telt zo’n 17 miljoen inwoners. 7 Miljoen van hen zijn kinderen, die nog niet hoeven te werken, en ouderen (boven de -nu nog- 65 jaar), die gepensioneerd zijn. Nederland heeft, zo rekent het Centraal Planbureau ons voor, 7 miljoen werkenden. Echter de definitie van een werkende is, dat er minstens 12 uur per week sprake moet zijn van arbeid. Van zo weinig uren kan niemand een gezin stichten of een huis huren, laat staan kopen. Omgerekend naar een klassieke werkweek van 36 tot 40 uur zijn er slechts ongeveer 5 miljoen voltijdbanen. Dan blijven er dus 5 miljoen volwassenen over die in beginsel voor werk in aanmerking komen. Stel dat 2 miljoen van hen niet in werk zijn geïnteresseerd en als huisvrouw of huisman door het leven willen en hiermee content zijn, omdat hun partner kostwinner is. Dan resteren er nog steeds 3 miljoen volwassenen die willen werken. Voeg daar de ‘echte’ werkelozen aan toe en een miljoen gepensioneerden, die nog best aan de slag zouden willen zijn, fit genoeg zijn en dat op termijn ook tot hun 67 jaar of langer ‘moeten’ doen. Opgeteld zijn er dan zo’n 4 miljoen Nederlanders die werk zoeken. Dat zal er niet komen. Economisch lossen we dit niet op. Sociaal staat Nederland voor de vraag wat te doen met 4 miljoen Nederlanders die iets om handen willen hebben, liefst betaald. Dat is de werkelijkheid en een grootschalig vraagstuk.
Tegelijk kunnen we constateren, dat we om Nederland te laten draaien maar ongeveer 5 miljoen volwassenen nodig hebben, voor wie de economie betaald werk kan opleveren. Het probleem is dus ok nog eens structureel. En geldt in gelijke mate voor alle landen in de EU (en ook daar buiten meer en meer). Er zijn dus meer mensen dan er werk tegen betaling is, mede door de verregaande automatisering. Er zal dus op een geheel andere wijze naar werk, betaling en zinvolle tijdsbesteding moeten worden gekeken.
Ben Warner, www.warnercommunicatie.com